Tijdens mijn boekpresentatie op 17 april in Amsterdam las ik een stukje voor uit eigen werk. Over empathie bij dieren en de vriendschappen die ik zag tijdens een bezoek aan een biologische kippenstal.
‘Empathie is een eigenschap die lang alleen aan de mens werd toegekend. Alleen de mens zou slim genoeg zijn om zich te kunnen inleven in de ander. Maar terwijl uit meer en meer onderzoek blijkt dat ook andere dieren empathisch zijn en zich bekommeren om hoe anderen zich voelen, is de mens haar empathisch vermogen steeds beperkter en eenzijdiger in gaan zetten.
Als ik wat langer in de stal sta en de kippen gewend zijn aan mijn aanwezigheid, zie ik in een hoekje twee kippen naast elkaar zitten. Ik herken er een aan de paar kleine witte veren op haar rug. De ander heeft een snavel die iets lichter gekleurd is dan veel van haar soortgenoten. Ze zitten samen op de stok en lijken wat te keuvelen. Ik zie ze elkaar aankijken, naar elkaar toekruipen en weer van elkaar weg gaan. Ze blijven constant bij elkaar in de buurt. Als een andere kip in de buurt komt zitten schuifelen ze samen bij haar vandaan. Dit zijn de meisjes die je op het schoolplein altijd op het bankje in hoek ziet zitten. Beste vriendinnen, die aan elkaar genoeg hebben. Straks, als de dieren groot genoeg zijn, wordt deze groep van 500 hennen verdeeld in twee groepen van 250. In die nieuwe samenstelling blijven ze de rest van hun leven. Ik vraag aan de verzorger van de kippen hoe die scheiding tot stand komt. Of ze de dieren laten kiezen bij welke groep ze zich willen aansluiten. Of ze rekening houden met vriendschappen die in de eerste weken van hun leven zijn ontstaan. Ze kijkt me vol verbazing aan. Over vriendschappen tussen de dieren had ze nog nooit nagedacht. Als de dieren gescheiden worden gaat de deur open en worden de eerste 250 kippen naar buiten gejaagd. Dan gaat de deur weer dicht. De kans dat deze twee meisjes samen blijven is best groot. Ze zitten tenslotte altijd bij elkaar in de buurt. Maar dat er bewust rekening wordt gehouden met hun onderlinge voorkeuren is blijkbaar echt een brug te ver.
Een paar dagen na mijn bezoek word ik gebeld door de dierenarts waarmee ik dit bedrijf bezocht. Alle kippen die ik had ontmoet waren geruimd. Er was een verdenking van vogelgriep en uit voorzorg werden alle kippen op het bedrijf dood gemaakt. De kuikens waar ik naar had gekeken hebben nooit de wind door hun veren voelen waaien, hebben nooit gras tussen poten gevoeld en zijn niet ouder geworden dan drie weken.’
Uit: Hoeveel vakantiedagen heeft een varken?