Op zaterdag 23 juli plaatste de Trouw het opinieartikel waarin de vraag centraal staat: wat vinden de dieren eigenlijk van de stikstofmaatregelen?
Dat de dieren in de veehouderij problemen veroorzaken komt niet door hun individuele gedrag maar door hun immense aantallen. Het zijn er gewoon teveel. Met technische trucs, zoals we ook bij andere industrieën zien, trachten de boeren de individuele uitstoot per dier te verminderen. Eiwitarm voedsel, een emissiearme vloer, een stal met luchtwasser. Maar een koe of een varken is geen auto die je op ‘schone’ benzine kan laten rijden. Of waar je een roetfilter in kan hangen. Bij het pleiten voor technische maatregelen gaat de sector eraan voorbij dat ze met kwetsbare levende wezens werken. Uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat een emissiearme vloer het risico op mestgasexplosies vergroot en luchtwassers de verspreiding van vuur bij een stalbrand versnellen. Dierenartsen waarschuwen dat eiwitarmvoer leidt tot verminderde weerstand en de gezondheid van de kalveren achteruit zal gaan. De dieren zouden zelf nooit voor deze oplossing kiezen.
Wanneer gaan we eens naar de belangrijkste stakeholders in de veehouderij luisteren? Varkens die zich op een betonnen vloer rot vervelen laten dit zien door aan de staart van hun huisgenoot te knabbelen. Maar in plaats van te luisteren naar deze uiting van frustratie wordt de staart er gewoon afgeknipt. De kennis over diergezondheid neem al decennia toe, terwijl de levensduur van de melkkoe alleen maar afneemt. Koeien, varkens, kippen en geiten in hun overvolle stallen hebben ons al heel lang laten weten dat de grens bereikt is. Pas nu de mens zelf last krijgt van de enorme hoeveelheid dieren die gehouden worden, is er een kans dat er eindelijk geluisterd gaat worden naar de dieren. Het halen van de stifstofdoelstellingen mogen we niet realiseren door louter technische oplossingen. We moeten de leefomgeving van de dieren vanuit hun perspectief opnieuw inrichten. We moeten ons realiseren dat deze dieren ons heel goed kunnen laten weten wat ze willen én wat ze niet willen. En het wordt tijd dat we hiernaar gaan luisteren.